- goeddoen
- {{goeddoen}}{{/term}}1 [weldoen] do good2 [aangenaam aandoen] do good ⇒ help♦voorbeelden:2 zo'n glas water doet goed • ±I needed that!de berglucht zal hem enorm veel goeddoen • the mountain air will do him a world of good
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.